skip to Main Content
026 - 3213174 (zuid) 026- 8200529 (noord) Stuur ons een mail

Sint Maarten

Herfst

De wisseling van de zomertijd naar de wintertijd, de bladeren vallen, het is al vroeg donker en buiten is het guur en koud en werp je dan een blik op de kalender dan zie je dat het bijna 11 november is oftewel Sint Maarten!
Dit jaarfeest wordt in alle klassen overdag gevierd.

Sint Maarten is een feest waar je op verschillende manieren naar kunt kijken, op verschillende manieren betekenis aan kunt geven en daardoor ook heel verschillend kunt beleven en vieren. Sint Maarten wordt gevierd in  november en die, zo op het oog  wat grijzige, gewone maand november blijkt dan toch wel een heel bijzondere te zijn. Het begint al op de avond vóór 1 november.

Op 31 oktober is het All Hallow’s Eve de vooravond van Allerheiligen, in de Verenigde Staten gevierd als Halloween. Kinderen gaan dan verkleed met lampions de straat op en de huizen langs. Ze zingen en krijgen snoep of ander lekkers. De kinderen dagen degene die de deur opent uit door te roepen: trick or treat, dat wil zeggen: we bakken je een poets of je geeft ons iets lekkers.
In Nederland wordt dat- vooral in Noord-Holland- gedaan met Sint Maarten, op elf november. Dat is de elfde van de elfde, in het zuiden het begin van de carnavalstijd die net als Halloween gepaard gaat met verkleden.
Halloween is ons overgeleverd vanuit het voorchristelijke Keltische feest Samhain, dat op 31 oktober gevierd werd, de laatste herfstnacht vóór de kou en de somberte van de winter. De druïden geloofden dat in die nacht- die werd beschouwd als het Keltische Nieuwjaar- de bovennatuurlijke wereld dichter bij de fysieke wereld kwam, waardoor mensen gevoeliger werden voor de krachten van het onzichtbare. Het was dan gemakkelijker om een betovering uit te spreken, voorspellingen waren bijzonder onthullend en dromen hadden een speciale betekenis.
In de 19e eeuw werd in de maand november een vet varken geslacht. Het werd van top tot teen verwerkt. Het vlees werd gerookt, gedroogd of gepekeld en zo vulde men de voorraadkast voor de winter.
In het laatste weekend van oktober sluit het Openluchtmuseum in Arnhem het seizoen af met de “slachtdag”. De museumslagers benen een varken uit en er is van alles te leren en te proeven.

Op 1 november is het Allerheiligen, we gedenken alle heiligen.

Op 2 november is het Allerzielen, een dag die al sinds de Middeleeuwen gereserveerd is voor het plechtig herdenken van de geliefden die niet meer op aarde met ons kunnen lachen, werken en huilen. Neem een moment om even stil te staan in een overpeinzing bij een gestorvene. Met  verstilde aandacht bij een gestorvene zijn, geeft op aarde verbinding met de gestorvenen in de geestelijke wereld omdat we in de geest verbonden zijn met elkaar.
Allerzielen is ook een prachtige gelegenheid om na te denken over de vraag hoe we voor onze eigen ziel zorgen, om na te denken over de mate van gastvrijheid waarmee we deze gast in ons dagelijks leven onthalen, en over de kwaliteit van haar verblijf tot op heden. Thomas Moore spoort ons aan om hierbij als kunstenaars te werk te gaan ’ Laten we ons de zorg voor de ziel dan voorstellen als het toepassen van de dichtkunst op het leven van alledag.’, houdt hij ons voor in zijn meditaties Zorg voor de ziel.

St. Maarten

Martinus werd geboren in Hongarije in het jaar 316. Volgens een legende is de oorsprong van het feest van Sint- Maarten dat Martinus als Romeins legioensoldaat in 365 na Chr. bij de stadspoort van Amiëns een bedelaar zag zitten in het donker bij een kampvuurtje. Martinus, hoog te paard gezeten, zag dat de bedelaar bijna naakt was en het koud had. Daarom sneed hij met zijn zwaard zijn eigen mantel in twee stukken en gaf de bedelaar de helft. In de nacht  verscheen in een droom tot drie keer toe Christus aan hem als bedelaar, die de mantelhelft droeg. En sprak: ‘Wat gij aan die bedelaar hebt gedaan, hebt gij aan mij gedaan.’ Hierop besloot Martinus zijn leven aan God te wijden. Hij verliet het leger en stichtte later een klooster in Tours in Frankrijk. Als graaf Avitiaan de stad wil platbranden met bewoners en al, gaat Martinus- ziek en tachtig jaar oud – op reis om de graaf te bewegen de stad niet te vernietigen.  Een jaar later sterft hij op 8 november. Op 11 november wordt hij begraven in Tours en die datum wordt zijn feestdag. Bij de katholieken was 11 november vroeger ook het begin van de veertig dagen durende vastentijd vóór Driekoningen.

Oude gebruiken

De christelijke barmhartigheid van Sint- Maarten diende als voorbeeld voor de activiteiten op zijn feestdag. Vroeger verzamelden kinderen zich rond een vuurkorf, waarboven appeltjes, noten en kastanjes werden geroosterd. De lekkernijen werden boven het vuur geschud om aanbranden te voorkomen. Af en toe werd er erg hard geschud, zodat de noten rondvlogen en door de kinderen werden opgeraapt en opgegeten. Sint-Maartensdag stond dan ook bekend als “Schuddekorfsdag”. De Sint-Maartensvuren zijn in het zuiden nog steeds te vinden. In Duitsland worden er grote ganzen gebraden, om in de komende vastentijd een bodempje in de maag te hebben. Het ganzen eten herinnert aan de legende dat Martinus zich in een stal verstopt had, omdat hij niet tot bisschop benoemd wilde worden. De ganzen echter verraadden zijn aanwezigheid.

Pompoenen en lampionnen
Als de kinderen aan de deur komen, spelen zij de bedelaar. De lampion symboliseert het kampvuurtje waaraan de bedelaar zich probeerde te warmen, toen Sint- Maarten hem een deel van zijn mantel gaf.
Vroeger werd de lampion gemaakt door een suikerbiet uit te hollen, er uitsnijdingen in te maken en er een brandend kaarsje in te plaatsen. Tegenwoordig gebruikt men meestal een pompoen. Het pompoenseizoen begint in oktober. Om een lampje te maken kunnen de kinderen ook de pompoen uithollen. Daarna worden er raampjes ingesneden in de vorm van sterretjes en maantjes, of als twee ogen en een mond.

 

Bedelliedjes
Het ‘officiële’ liedje waarmee de ‘bedelaars’ aan de deur komen (dit kan ook een klassendeur zijn…), luidt al sinds mensenheugenis:

Sinte Sinte Maarten,
de koeien hebben staarten,
kerken torens,
ossen horens,
torens klokken,
ouwe wijven keeeeeeteldoeeeeeken.
Hier woont een rijke man die veel geven kan,
veel geven hoeft ie niet,
al is het maar een suikerbiet.

Sint Maarten helpt ons op de drempel tussen licht en donker, in de schemering, een medemens voor elkaar te zijn. Hij leeft ons voor om ons hart, ons ‘midden’ te verzorgen. Oog te hebben voor de nood van een medemens en te delen van onze eigen (innerlijke) rijkdom.
De mantel die door Martinus in twee delen wordt gesneden  kun je zien als het verleden en de toekomst: het heden ligt in onze handen.
In de klas worden verhalen verteld of voorgelezen waarin deze thema’s in hun menselijke en christelijke betekenis aan bod komen en deze dragen bij aan de ontwikkeling van de kinderen, wekken gevoelens van eerbied.
Heiligen uit het verleden die ons hierbij tot voorbeeld kunnen zijn: het levensverhaal van Sint Maarten, Elisabeth Van Thüringen, de vele heiligenlegenden van de barmhartige Nicolaas, maar ook hedendaagse (voor)beelden, zoals: Ghandi, Albert Schweitzer, Louis Braille, moeder Theresa, Desmond Tutu.
Moed, trouw, een medemens zijn, jezelf ‘overtreffen’, iets offeren, delen, je hart volgen: onderwerpen ook om, naar aanleiding van een verhaal, met oudere kinderen eens over in gesprek te gaan.
Een medemens zijn. Het staat er zo eenvoudig. Doe je er iets mee? Roept het vragen bij je op als: wie is mijn medemens, mijn naaste? Iemand dichtbij? Veraf? Wat doe ik voor een ander? Wat zijn mijn motieven voor mijn daden? Stilstaan bij de medemens, heb ik daar wel tijd voor? Gespreksstof voor bij een vuurtje of tijdens een avondwandeling op een donkere avond.
Gedachten, vragen, antwoorden over de thema’s van dit jaarfeest kunnen ons begeleiden op de weg naar binnen, ze  leren je iets over jezelf; verbinding met je eigen kern.

 Sint Maarten helpt ook om een bedelvraag te durven stellen aan je medemens en schenkt vertrouwen dat er iets gegeven wordt.

Back To Top