Op onze school spreken we niet van groepen maar van kleuterklassen (groep 1 en 2) en klassen 1 t/m 6 (groep 3 t/m 8). Hieronder een beknoptbeeld van het aanbod in deze klassen.
Kleuterklas
Er zijn drie kleuterklassen op beide locaties. In de kleuterklassen zitten kleuters van verschillende leeftijd bij elkaar. Alles in de kleuterklas nodigt uit tot spel. Door middel van het vrije spel krijgt de kleuter de ruimte zich naar eigen aard te ontwikkelen. Het spelmateriaal is zoveel mogelijk gemaakt van natuurlijk materiaal en nodigt het kind uit zijn zintuigen en fantasiekrachten te ontwikkelen. Onze vroegste ervaringen kunnen we ons vaak niet meer herinneren, maar deze zijn wel diep verankerd. Ze vormen de basis waarop wij als volwassenen later denken en voelen. Zo vormen ook de ervaringen die een kind opdoet tijdens het spelen de basis voor het latere leerproces. De kinderen voldoen aan het einde van de kleutertijd aan de taal- en rekenvoorwaarden die nodig zijn om een goede start te kunnen maken met het taal- en rekenonderwijs. Het dag -, week- en jaarritme zijn heel belangrijk in de kleuterklas. Ze geven vertrouwen en veiligheid. Alle activiteiten zijn ingebed in dit ritme: het vrije spel en het arbeidsspel, de jaarfeesten en het ritme van de natuur, de verhalen, de liedjes, versjes en vingerspelletjes, de knutselopdrachten. Omdat een kleuter van nature nabootst, is het voorbeeld van de kleuterjuf belangrijk. De oudere kinderen zijn niet alleen vaak het voorbeeld voor de jongere kinderen, maar helpen deze kinderen ook.
Klas 1
In klas 1 krijgen de kinderen de eerste uren van de dag hetzelfde vak. Gedurende een periode van ongeveer vier weken wordt er ’s morgens in één vak lesgegeven. In de lagere klassen bestaat dit periodeonderwijs (hoofdonderwijs) voornamelijk uit : taal, rekenen en heemkunde. Tijdens één van de taalperiodes wordt er jaarlijks ook een toneelstuk ingeoefend. In de adventstijd wordt er een kerstspel ingeoefend. Na elf uur worden de vaklessen gegeven: handwerken, Engels, schilderen, vormtekenen, kanjerles, knutselen, boetseren, fluitles, gymnastiek en muziek. Deze vakken komen elke week terug.
Klas 2
In klas 2 bestaat het hoofdonderwijs uit: taal, rekenen en heemkunde. Tijdens één van de toneelperiodes
wordt er jaarlijks ook een toneelstuk ingeoefend. In klas 2 worden de volgende vaklessen gegeven: handwerken, Engels, begrijpend lezen, schilderen, vormtekenen, kanjerles, knutselen, boetseren, fluitles, gymnastiek en muziek.
Klas 3
In klas 3 bestaat het hoofdonderwijs uit: taal, rekenen, huizenbouw en boerderij. De huizenbouwperiode en de boerderijperiode zijn specifiek voor de derde klas en deze nodigen uit tot veel excursies om een en ander ook echt zelf te kunnen ervaren. Vanaf januari tot de zomervakantie gaan de kinderen tweewekelijks naar de boerderijschool. In klas 3 worden de volgende vaklessen gegeven: handwerken, Engels, begrijpend lezen, schilderen, vormtekenen, kanjerles, handenarbeid, fluitles, gymnastiek en muziek.
Klas 4
In klas 4 wordt er behalve taal en rekenen ook dierkunde en aardrijkskunde als hoofdvak gegeven.
Vaklessen in klas 4 zijn: handwerken, Engels, schilderen, vormtekenen, kanjerles, begrijpend lezen, boetseren en/of figuurzagen, fluitles, gymnastiek en muziek. Daarbij is er vanaf de zomer tot de kerst tweewekelijks boerderijschool.
Klas 5
In klas 5 worden naast taal en rekenen de volgende hoofdvakken gegeven:
Klas 6
In klas 6 komen de volgende hoofdvakken aan bod: